Weer thuis
Door: Roos
15 Juli 2012 | Nederland, Amsterdam
Dinsdag besluiten we om met de bus naar de Romeinse opgravingen in het dorpje Rusovce te gaan en daarna door te gaan naar een wijndorp. Rusovce blijkt goed bereikbaar. We zien een kasteel in Engelse stijl dat gerenoveerd wordt. Na wat rondvragen bereiken we Gerulata, een oud Romeins militair kamp. Er is maar een klein deel opgegraven en er is al heel wat gevonden, zoals juwelen, munten en stenen met inscripties. We krijgen een DVD te zien en de medewerkster vertelt honderuit. Ze is zichtbaar blij als ik een donatie doe. Als we naar de WC gaan zie ik een man op een stoeltje dakpannen schoonmaken met een afwasbostel. Als iemand wil bouwen in het dorp, komt er eerst een onderzoek om te zien of er delen zijn van Gerulata. In dat geval mag er dus niet worden gebouwd. Deze pannen zijn gevonden bij het laatste onderzoek, vorige week.
Met de bus gaan we via Bratislava door naar Modra. Dese stad is bekend vanwege het Majolika-aardewerk dat van oorsprong blauw-wit is en vanwege Ludovít Štúr (politicus, schrijver en denker) die hier overleed. We zien het huis waar deze man heeft gewoond en is overleden. En van de kamers geeft me een beklemmend, naar gevoel. Dit is overigens niet de kamer die wordt aangeduid als kamer waarin hij overleed. In de winkeltjes bekijken we het Majolika. Ik vind het wel mooi maar zou het direct niet hoeven hebben. Bij een gezellig restaurantje eten we onder de parasol met plaatselijke wijn erbij. Op de terugweg slaap ik als een roosje.
De laatste uren in Bratislava ga ik op zoek naar een Fujara, een fluit van bijna 2 meter die gebruikt wordt door Slowaakse schaapsherders en in de UNESCO Lijst van meesterwerken van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid is opgenomen. Het is een lange houten fluit met een korter deel bovenop en de fluit geeft soms een didgeridoo-achtig geluid. Ik duik winkels in, bezoek een cultureel centrum. Hier zijn ze bezig met pottenbakken, ijzerdraad vlechten. Maar geen muziek. Als ik de zoektocht opgeef staat op het plein een man met zo'n fluit. Hij is geheel gekleed in traditionele schaapherderskleding, een pak van wol dat toch warm moet zijn in de zon. Hij draagt een hoed en vlechtjes. Ik besluit de stoute schoenen aan te trekken en er gewoon op af te stappen. Hij heet Peter Tazky. Als ik hem vraag wanneer hij weer gaat spelen begint hij meteen. Ik koop zijn relax-CD en we praten nog wat. Ik vraag hem of hij ook schapen hoedt, maar dat doet hij niet. Hij vertelt hoe hij als kleine jongen een dag tussen de schapen doorbracht. Hij moest dingen eten die hij niet lekker vond en hij verbrandde in de zon. De manier waarop hij dit vertelt is echt komisch en ik moet dan ook heel hard lachen. Hij vertelt ook dat hij voor de foto's op de CD 3 dagen de bergen in is geweest. De vogelgeluiden zijn lastig geweest, want als je in de ene boom opneemt zitten ze vaak in de andere boom. Deze man is echt hylarisch. Ik eet een knoflooksoepje in de hoop dat er dan vanavond niemand naast mij in de bus wil zitten (zodat ik wat meer ruimte heb).
In het hostel halen we onze bagage op en voor het laatst nemen we de bus richting station. Voor onderweg haal ik een nogal platgeslagen cakeje uit een automaat en verderop nog een zoet broodje en water. Ik zit heerlijk alleen in de bus maar in Wenen komt er een dikke vrouw met broodjes salami die zit te bellen terwijl haar halve vinger in haar neus verdwijnt. Ik kijk haar aan met een gezicht vol afgrijzen maar deze vrouw begrijpt de hint niet. Het zijn 16 lange uren terug naar Utrecht. In de trein naar huis kan ik bijna niet wachten om weer thuis te zijn.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley